Geaardheid en (seksueel) misbruik
Leiden staat dezer dagen in het centrum van de aandacht door de komst van Benno L. Hij werd schuldig bevonden aan seksueel misbruik van minderjarigen en heeft zijn straf uitgezeten. De burgemeester van Leiden, dhr. Lenferink, biedt hem conform zijn bestuurlijke opdracht een woonplek.
De pers laat twee reacties zien. Er zijn verontruste mensen die de wens (eis) uiten dat Benno L. weer vertrekt. En er zijn verontruste mensen die zich inzetten om hem te begeleiden, de kans op herhaling zoveel mogelijk te beperken en daarmee de gang van het recht ook erkennen.
In de persberichten over deze kwestie valt mij op dat verschillende mensen vinden dat Benno L. op een ‘onhandige plek’ zijn woning zou hebben gekregen. Het is een gewone wijk, waarin onder andere een school staat. Wat vinden mensen hier onhandig aan?
Ik vermoed dat:
– velen met het beeld rondlopen dat seksueel misbruik en pedofilie hetzelfde is;
– velen denken dat een zedendelinquent het liefst ieder bespringt die hij tegenkomt.
Als dit klopt dan loopt de gedachtegang ongeveer als volgt: “Is iemand pedoseksueel? Dan bespringt hij het liefst ieder kind dat in zijn buurt is.”
Seksueel misbruik is echter allereerst misbruik van een machtspositie. Dat misbruik krijgt vervolgens een geseksualiseerde vorm. Benno L. misbruikte kinderen in zijn rol als leraar. In die positie is hem gezag toegekend, een maatschappelijk erkende vorm van machtsverschil. Zonder het toekennen van gezag zou onze samenleving niet kunnen functioneren. Hij die gezag ontvangt krijgt daarmee een hoge verantwoordelijkheid.
Misbruik is onverantwoordelijk omgaan met het gezag (het toegekende machtsverschil). De pleger leeft op een bepaalde manier in isolement: kritiek van buitenaf wordt omzeild, en hij zelf mist veelal de vaardigheid tot zelfreflectie.
De begeleiding in Leiden doorbreekt juist dit isolement: Benno L. wordt omringd door vrijwilligers die niet zullen aarzelen hem de spiegel voor te houden.
Niet de in de media benadrukte controle door vrijwilligers over zijn handel en wandel buiten de flat biedt het meeste perspectief. Dan zou een enkelband wel eens effectiever kunnen zijn. Het is de kritische feedback op zijn gedrag die hem uit zijn isolement haalt. Wonend in een ‘gewone’ wijk komt het thema van verantwoordelijkheid door deze feedback tot leven. En vooral: hij heeft daar geen gezag meer.
Seksueel misbruik hangt niet één op één samen met geaardheid maar met verantwoordelijkheid.
Iedereen met gezag draagt verantwoordelijkheid om de grenzen van integriteit te bewaken.
De schade van seksueel misbruik wordt niet allereerst en allermeest veroorzaakt door de schending van lichamelijke integriteit. Het is vooral de schending van vertrouwen dat diepe sporen nalaat. Werken aan herstel hiervan kan alleen in een ‘gewone’ omgeving, niet op een eiland.
Wat mij betreft is de stap van de burgemeester, samen met vrijwilligers uit de verschillende kerk in Leiden, een heilzame stap.
Zoetermeer, 25 februari 2014
Ds. Nico de Lange