Kerk 2025

Waar een woord is, is een weg
Mijn protestantse kerk denkt na over de toekomst. Het rapport Waar een woord is, is een weg noemt drie basics die in de kerk alle ruimte moeten krijgen: het evangelie van Jezus Christus, de gemeenschap die elkaar aanvaardt, en begrijpen wat ‘goed leven’ is. Goed dat de kerk zich rekenschap geeft van haar taak én van haar mogelijkheden. Het rapport schetst een grondige reorganisatie. Het stuk roept echter ook vragen op.

Theologie en ruimte
De kerk reorganiseert vanuit visie: Christus heeft het hoogste gezag, de kerk leeft van genade. Ze is betrokken in Gods zending. Ze belijdt de Drie-ene naam, en put uit de bijbel als bronboek (p. 12, 13).
Hoewel ik met menig visie-element een eind kan meegaan stuik ik op het exclusief maken ervan. Bijvoorbeeld: de “gehoorzaamheid aan Christus en zijn Geest is de rode draad en moet dat ook blijven, wil er van kerk sprake zijn…” Of: “Een kerk die losraakt van het belijden van het voorgeslacht staat weerloos in het heden en met lege handen in de toekomst.” Dit beknelt de ruimte voor zoekende gelovigen en vrijzinnige opvattingen.
Welke plek geeft mijn kerk aan het vrijzinnig denken, vanouds een struikelblok én een toetssteen om protestantse kerk zijn? Sluiten we deze vleugel met dit rapport werkelijk buiten? – dan zijn we een gemankeerde kerk.

Plaatselijke en regionale organisatie
Kerk 2025 zet in op de plaatselijke gemeente. De regionale organisatie slankt drastisch af: van 74 classes naar 8 regionale classes. Geen regionaal steunpunt meer, noch gemeenteadviseur: voor ondersteuning kijkt het rapport naar de markt.
Ik vrees hierbij voor de duurzaamheid het kerk-zijn. Kan een vrije markt dit bestendigen? Het rapport en de bijlage ademen een moderne sfeer, waarin meetbaarheid de boventoon voert (“Het is dus niet de bedoeling dat de regio’s zelf kleine dienstencentra krijgen. Dat is verspilling van mensen en middelen.”) Is dít ‘het goede leven’ dat tot de basics behoort?
Dat vraag ik mij ook af rond de plaatselijke gemeente – met name als deze her en der verdwijnt: ‘witte plekken’ op de kerkelijke kaart. Deze worden uitdagingen genoemd en kansen voor nieuwe kerkvormen. Ik maak me zorgen om deze taal. Die miskent dat menige (dorps)gemeenschap iets van ‘het goede leven’ verliest als de kerk verdwijnt.

Toezicht en mobiliteit
De voorzitter van de regionale classis is vrijgesteld. Deze speelt een belangrijke rol, met bevoegdheid tot besluitvorming, onder andere als het gaat om het toezicht. Hij doet dat in overleg met het moderamen van de regionale classis. Het is dus geen bisschop. Maar ingewikkeld wordt het wel: deze voorzitter is niet alleen betrokken bij toezicht, maar óók bij gesprekken met voorgangers en kerkenraden in verband met de mobiliteit van de predikant. Hoe verhouden deze thema’s zich tot elkaar in één figuur? Hoe vrij is deze moderator als hij ook bestuurlijk verantwoordelijk is voor de regio?
Ik juich van harte toe dat de ambtstermijn van predikanten (een zekere) terminering krijgt. En ik besef ook dat het in veel gemeenten lastig is om het gesprek hierover eigener beweging aan te gaan met de eigen pastor. Maar ik vrees voor het verstrengelen van belangen in de hier voorgestelde constructie van deze regionale figuur.

Theologie en cultuur
Het rapport benoemt de secularisatie. Maar peilt zij deze werkelijk? Een kleine zoekopdracht leert dat de naam Christus tot en met pagina 13 (van de 32 pagina’s) veelvuldig voorkomt. Ook de Geest wordt tot en met die pagina regelmatig te berde gebracht, evenals ‘God’. Maar vanaf pagina 14 is het stil als het gaat om deze namen. De naam Heer (12x) ondergaat eenzelfde lot – met dien verstande dat hij vanaf pagina 28 bijna alleen nog maar ‘vervoegd’ langskomt: als beheer (33x).
Vanaf het concreet bespreken van de reorganisatie verdwijnt de geloofstaal vrijwel geheel uit de tekst. Alsof we vanaf dat punt onder een lege hemel slapen.
Enerzijds denk ik: gelukkig maar, stel je voor dat begrotingen worden vastgesteld onder het aanroepen van de Ene naam. Anderzijds: waar zijn al die geloofswoorden dán voor bedoeld voordat aan de werkelijke reorganisatie handen en voeten wordt gegeven?

Zoetermeer, 4 november 2015
ds. Nico de Lange

Deze blog is ook te downloaden als PDF