2022-01-23 – rechtvaardig leven

Zondag 23 februari 2022 – doopviering
Gereformeerde kerk Nieuwendijk
De tekst is ook beschikbaar als PDF.

Orde van dienst
Kijk- en luisterlied vooraf Elly & Rikkert – Soms zou ik willen vliegen als een vlindertje

Welkom (ouderling)

Komen
Lied Een nieuwe dag, een nieuw begin
Woorden van bemoediging
Op de drempel (gebeden)

Met de kinderen – over hoeveel kinderen er worden geboren, en toch elk uniek is
Ontsteken van licht

Doop
Onderwijzing over de doop
Lied 105 bundel Nieuwendijk: 1, 2 (Verbonden met vader en moeder, p. 4)
Naamgeving en verlangen van de doop.
Lied 105 bundel Nieuwendijk: 3, 4
Gebed
Belijden – met de woorden van lied 344
Doopgeloften ouders – gemeente
Doop
Doopkaars
Lied 806: 1, 2, 3 (Zomaar te gaan met een stok in je hand)
Kinderen gaan naar de nevenruimten

Woord
1e lezing Genesis 6: 9-19a en 9: 8-17
Liedbundel Ger. Kerk Nieuwendijk nr. 55: 1, 2 (Ik heb mijn handen vol)
2e lezing Lucas 4: 14-21
Lied 66: 7

Overdenking

Gemeente van de Heer,
mensen van onderweg…

Ga en redt…
Noach weet wat hem te doen staat.
En tegelijk is het een vrijwel onmogelijke opdracht.

Er is veel gefantaseerd over hoe het moet zijn geweest voor hem.
Wat het gekost moet hebben aan materiaal en menskracht.
Hoe hij er psychologisch aan toe moet zijn geweest.
Dat hij gepreekt zou hebben, of als een halve dwaas tekeer zou zijn gegaan.

Maar de bijbel vertelt daar allemaal niets over.
Nog geen woord is er van hem opgetekend in dit stuk van zijn leven.
Alleen dat Noach doet wat hij van God hoort.
Veel meer staat er niet.
Maar wat er staat is van belang.
Ik loop het verhaal stap voor stap met jullie door.

a) het eerst wat er staat is dat Noach rechtvaardig is.
Dat wil zeggen dat hij zijn mensen en God recht doet.
En dat in een tijd waarin hij een uitzondering was.
Het onrecht leek het voor het zeggen te hebben.
Maar niet in het leven van Noach.

b) Als hij een stem van God hoort, doet hij wat hij daarin beluistert.
Ook al overvraagt hem dat.
Steeds komt dat in het verhaal terug.
Noach doet wat hij hoort.

En daarmee is hij één van de eersten die in de bijbel wordt genoemd.
Zoveel gingen met slechts een stem aan het werk of op weg.
Denk aan Abraham en Hagar, Samuël en Ruth, Jozef en Maria.
Geloven is praktijk, net als rechtvaardig leven.

c) ALs de ark klaar is stelt hij zijn gezin veilig.
Daarin is toekomst voor de mensheid en menselijkheid weggelegd.
En hij stelt ook het dierenrijk veilig.
De vraag of ze voor de offerdienst geschikt waren doet er niet toe.
Hij trekt met de dieren op.
Later als de ark stilvalt stuurt hij eerst een raaf, en later een duif uit.
En hij leert eruit hoever het is met de aarde.

d) op het laatst, als de ark zijn werk heeft gedaan, wijdt hij dier en mens aan de dienst van God.
En God antwoordt op zijn daden.
Met een glimlach vol regenbogen.
Waarin licht breekt in de druppels die in dit verhaal doen denken aan tranen.

Ga en redt…
Het verhaal van de zondvloed spreekt mensen over de hele wereld aan.
Dat is niet vreemd: in bijna alle culturen zijn er grote vloedverhalen uit de oertijd.
SOms lijken ze op het bijbelse verhaal.
Soms zijn ze totaal anders.
Maar de rode draad in veel verhalen is: redt de mensheid en de menselijkheid, schep leven.

Veel mensen voelen nu een soort haast om de wereld te redden.
Velen ervaren dat ze worden overspoeld door ontwikkelingen die te groot zijn om ze tegen te houden.
Maar wat kún je dan?

Noach heeft een enorme prestatie geleverd met zijn ark.
Maar als je het op het geheel bekijkt van het verhaal, van de vloedgolf, dan is het maar notendopje.
Prutswerk, een soort kist, een soort doodskist.
Soms is de ark daar wel eens mee vergeleken.
Het had net zo goed verkeerd kunnen aflopen.

Dat komen we meer tegen in de bijbel.
Denk bijvoorbeeld aan dat andere heel bekende verhaal.
Mozes groeit op in Egypte, maar is zijn leven niet zeker is.
Want de almachtige farao is gekmakend bang voor kleine jongetjes uit het vreemde volk van de Joden.
Zijn moeder Jochebed kan de dreiging van de farao niet ongedaan maken.
Maar wat ze kan doen is het maken van een soort kistje.
Ze besmeert dat met pek en zet het op het water van de Nijl met de kleine Mozes erin.
Ook een soort doodskistje.
Ook een verhaal met water en dat het allemaal een dubbeltje op zijn kant is.
Klein, onooglijk klein ten opzichte van de almacht van de Egyptische farao.

Zowel Jochebed als Noach doen echter wat zij kunnen.
En handelen daarin rechtvaardig.
Ze doen hun medemens recht, en kunnen zichzelf, hun naasten en God recht in de ogen kijken.

Of wij overspoeld worden, of we een zondvloed krijgen in welke vorm dan ook, dat weet ik niet goed.
Ik heb geen kristallen bol.

Maar we kunnen wel, net als Noach, en later Jochebed, in het klein recht doen, rechtvaardig leven.
Een kleine ark bouwen in onze woorden, daden en blikken, door elkaar recht te doen.
Door elkaar zo nodig op te vangen en veilig te stellen voor onrecht en geweld.
Door samen te zoeken naar een veilig woongebied, met dieren en planten.

Ga en redt…
Wat redt je dan eigenlijk?
Ik vrees dat de nodige haast die veel mensen nu voelen er vooral op is gericht om rijkdom, welvaart en macht te redden.

Maar wat redt je nu als je rechtvaardig leeft?

Redt je mensen?
Misschien – zo zeker is de afloop niet voor Noach, voor Jochebed, voor Abraham of Hagar, voor Samuël of Ruth, voor Jozef en Maria.

Ga en redt, leef rechtvaardig! – dat gaat, zeker omdat het leven zo broos is, wat mij betreft om het redden van de menselijkheid.
En dat betekent oog hebben voor en rechtdoen aan de uniekheid van elk mens.
Ook, juist van degene die anders is dan anderen.
Niet zien als een probleem, maar als een geschenk.
Noach wéék nogal af in zijn rechtvaardigheid van wat toentertijd de norm was.
En God zag hem.

In de kleine dopeling begint weer een nieuw begin.
Een uniek mens, waarvan jullie nu nog niet weten wat er uit hem voort zal komen, hoe hij zich zal ontwikkelen, welke wegen hij zal gaan.
Maar jullie omringen hem met zijn zussen in liefde en trouw.
Leef rechtvaardig, bewaar samen in jullie huis de menselijkheid.
Doe hen en elkaar recht.

Want waar je elkaar recht doet, bouw je aan een stukje ark.
Broos, jazeker.
Het kan zomaar bedreigd worden door ziekte, dood of onrecht.
Garanties heb je niet, zekerheden kunnen we niet geven.
Behalve de belofte van God, dat hij de rechtvaardige ziet en zegent.

Daarom: bouw een stukje ark.
Dat is een pelgrimstocht.
Je gaat vooruit én je gaat terug naar de bron van het leven.
Je dwaalt, maar je gaat in gebed de weg die God heeft gebaand.

Gezegend ben je, als je in de broosheid van het leven, zeker als onrecht je weg kruist, toch rechtvaardig weet te leven.
Ook dan wijst God wegen – die je nu nog niet kunt zien.
Maar we krijgen wel houvast door de verhalen over Jezus.
Leef rechtvaardig – daarmee treedt je in de voetsporen van Jezus, die door nood en dood én door de doop heenging.
Die op die weg mensen recht deed, juist degenen die gezien werden als anders, als minder, als niet geschikt voor de eredienst.

Juist hij leest, net teruggekomen uit de woestijn, waar hij rechtvaardig bleef tegenover de duivel, in het boek Jesaja.
Goed nieuws voor de armen.
En hij voegt er aan toe: heden! vervuld.

Hoe dat er dan uit ziet?
Dat weten we niet.
Dat is dus die pelgrimsweg.
Noach en zijn gezin, Jezus en zijn leerlingen – ze wisten tevoren niet hoe hun weg zou gaan.
Maar ze gáán.
Goed nieuws voor de armen.
Heden! vervuld!

Steeds als jullie die woorden lezen, weet je: vandaag kun je recht doen aan armen, rechtvaardig leven, een arkje bouwen in een onrustige en onoverzichtelijke wereld.
Op weg met Gods belofte, zijn verbond door water en opstanding heen.
En God glimlacht over jullie bestaan, met een glimlach vol regenbogen.

Amen.

Antwoord
Luister- en kijklied: Amanda Strydom, Pelgrimslied

Gedenken van een overledene
Lied 59 bundel Nieuwendijk: 1 (Ik zie een poort wijd open staan)

Voorbeden in 3 intenties, besloten met gezongen acclamatie Lied 367e, Stil gebed, Onze Vader.
Collecten (noemen)

Gaan
Lied 494: 1, 2 (Vanwaar zijt Gij gekomen)
Zegen (tekst: Andries Govaart in Medemens 3, Kerk in Actie)
Lied 494: 3 (Gij zijt in ons verloren)

Predikant