Zondag 30 januari 2022
Gereformeerde kerk Nieuwendijk
Deze teksten lagen voor mij. Ze zijn ook beschikbaar als PDF.
Orde van dienst
(Luister- en kijk)lied vooraf: Hemelhoog 340 (Hij is de rots)
Welkom (ouderling)
Komen
Lied op melodie Wij gaan voor even uit elkaar
Wat fijn om jullie weer te zien
wees welkom allemaal
en ook al ga je digitaal
‘t is toch ook jouw verhaal.
Wij geven Gods verhalen door
en wie zich openstelt
ervaart misschien een beetje licht
door wat er wordt verteld.
Woorden van bemoediging
Instrumentale muziek (piano)
Ontsteken van licht (lichtjes KND en TD)
Op de drempel
Gebed voor de nood in de wereld (met ZWO-commissie)
Gloria: Lied 438: 1, 4 (God lof nu is gekomen)
Woord
Met de kinderen – liefde in allerlei talen
Kijk-en luisterlied God spreekt elke taal (liedjesbijbel 4)
1e lezing Genesis 11: 1-9 (Lector)
Lied De taal van liefde – pianobegeleiding
2e lezing Lucas 4: 15-30 (ZWO-commissie)
Lied 530: 1, 2 (De Geest des Heren is op hem)
Overdenking
Geliefde bouwers aan een mooie wereld,
Gods reisgenoten,
Hoge, grote, imposante gebouwen zijn er van alle tijden.
Kastelen, paleizen, pyramide, muren, torenflats, datacentra.
Op één of andere manier zit het in ons bloed om steeds hoger en groter te bouwen.
En we kijken er ook altijd naar, roepen ‘wow’ en ‘zo hé’ of ‘ontzettend!’
Het verhaal van vanmorgen kennen we als de torenbouw van Babel.
En het klopt: de mensen wilden een toren bouwen, die je niet uit het zicht kunt verliezen.
Zoals op ons ooit open vlakke land kerktorens en windmolens voor een groot gebied als oriëntatiepunt werkten.
Maar het zit in dit verhaal dieper dan alleen die toren.
Dat we het verhaal ‘de torenbouw van Babel’ noemen zegt iets over onze fascinatie voor grote en hoge dingen.
Maar dat leidt eigenlijk af van het ‘waarom’ waarnaar de bijbelschrijvers zoeken.
En als je daarop gaat letten, dan zie je dat er andere dingen aan de orde zijn.
Ze willen een naam vestigen, zo staat er.
Onze naam staat er in de vertaling.
Nauwkeuriger staat er: we maken ons een naam.
En we voelen aan, dat is de werkelijke reden om die toren te bouwen.
Dit oude verhaal maakt duidelijk dat we niet hoeven te denken dat we modern zijn met reclames, met merknamen die wereldwijd zich een naam maken.
De Israëlitische wijzen hadden al door dat veel machtsvertoon vooral een krampachtige poging is om naam te maken.
Maar ondertussen wordt dus die toren gebouwd.
Is die toren nu op zichzelf het werkelijke probleem?
Is dat waarover de Ene moet struikelen?
Die toren zit God misschien ook wel dwars.
Maar hij lét op iets anders.
Het valt op dat in het verhaal de stad en de toren maar 2x worden genoemd, terwijl de taal 3x wordt genoemd, of eigenlijk zelfs 4x.
Dit is één volk, en ze spreken allemaal één en dezelfde taal…
zegt God.
De schrijvers leggen hier de vinger op de zere plek.
Zeker, imposante gebouwen, dat is wat.
Het groeit maar aan, en het is eigenlijk nooit genoeg.
En ze weten verdraaid goed hoeveel levens die enorme gebouwen hebben gekost.
Dat weten ze uit de slavernij-tijd in Egypte, toen ze bouwden aan de pyramiden.
En dat weten wíj: tot op de dag van vandaag kosten de bouwwerken, naarmate ze groter, hoger en gedurfder zijn, het leven aan menig arbeider.
En daarbij kosten zulke enorme gebouwen misschien nog wel veel meer levens van de mensen die al diep in de armoede zitten.
Hoe groter de gebouwen worden, hoe groter de kloof wordt tussen rijk en arm, hoe kleiner de levenskansen van de armsten.
De wijzen van Israël laten echter ook zien dat in die éne taal nog iets gebeurt.
Het gaat over één taal.
Dat wordt nadrukkelijk gezegd.
Eén taal maakt de bouw mogelijk.
Verstoor die, en de bouw valt stil.
Maar dat verstoren van de bouw is een beeld.
Want daarna verspreiden de mensen zich over de aarde.
Komen op de plekken waar ze aanvankelijk vanuit hun éne taal, niet wilden komen.
Delen van de aarde werden buitengesloten.
…zo vestigen we onze naam, en dan zullen we niet over de hele aarde verspreid raken.
Die ene taal sluit iedereen uit die níet mee kan met de superbouw
Die ene taal beslist hoe je armen, vreemdelingen en mensen die anders zijn betitelt.
Of je ze meeneemt of achter je laat.
Of je ze serieus neemt of onderdrukt.
Of in hoeverre je ze wegstopt op plekken waar je zelf niet wilt komen.
Tot in slavernij toe.
…zo vestigen we onze naam, en dan zullen we niet over de hele aarde verspreid raken.
In India en menig ander land is er een taal gegroeid die gunstig is voor degenen die het voor het zeggen hadden.
Een taal die door de eeuwen heen groeide en steeds meer zei tegen bepaalde mensen: jullie tellen niet mee.
Dalits.
Kastelozen.
De ene taal maakt delen van India groot.
Maar die zegt ook: dalits, jullie zijn kastenlozen, jullie tellen niet mee, jullie horen er niet bij.
En in de uitingen en in de vormen van geweld wordt gezegd: jullie mógen niet meetellen.
Ook al is die taal bij wet verboden, die ene taal is hardnekkig.
En wie daarop kritiek levert wordt door diezelfde taal veroordeeld.
Vaak gelijk op met geweld, verwaarlozing, onrecht en diepe armoede.
Vroeger zongen wij op school: pesten doet geen zeer, slaan des te meer.
Ondertussen weet ik van veel mensen op hoge leeftijd die van die klap allang geen last meer hebben.
Maar die nog steeds gebukt gaan onder de éne taal van het pesten die hen als kind heeft getroffen.
Als de Ene dat doorziet, dan roert hij de taal om, zo staat er letterlijk.
En van Willem Barnard, die ik altijd ademloos lees, leer ik dat het werkwoord omroeren ook wordt gebruikt voor de offerdienst.
Als de ingrediënten van een graanoffer worden gemengd voor het wordt geofferd aan God.
Dat onze taal op zijn tijd wordt omgeroerd is een goed iets.
Goed als in: met een traan erbij.
Maar ook goed als in: tot heil van onze naaste en daarmee tot eer van God.
Jezus van Nazareth gaat ons daarin voor.
Hij brengt heil voor de armen, door de taal om te roeren.
Hij leest in de synagoge:
De Geest van de Heer rust op mij, want hij heeft mij gezalfd.
Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft hij mij gezonden,
om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken
en aan blinden het herstel van hun zicht,
om onderdrukten hun vrijheid te geven,
om een genadejaar van de Heer uit te roepen.
Dat zijn bekende woorden voor de mensen in de synagoge.
En dan roert hij ze om door daarover te zeggen:
Vandaag hebben jullie deze schrifttekst in vervulling horen gaan.
Heden staat er.
Nu!
Ja, maar…
Hoe dan…?
Daar sta je dan.
Met je bekende woorden.
Je knikt diepzinnig.
Wat een mooie woorden.
Maar wat zegt die man uit Nazareth, die timmermanszoon nu?
En Jezus noemt voorbeelden uit de bijbelse verhalen.
Over mensen die niet meetelden bij de andere mensen, maar door God werden opgezocht.
Voorbeelden die verzet oproepen, daar in de synagoge.
Opdat God zijn liefde toont aan mensen die niet mee mogen tellen.
En een aantal van de hoorders laat zich hun ene taal niet ontnemen.
Ze laten zich niet omroeren, en werpen Jezus de synagoge uit.
Dan gaat Jezus midden tussen en door en vertrekt.
Een laatste omroering.
Zo lezen wij dit verhaal.
In het licht van het omroeren van de taal, daar in Babel.
Heden vervuld schrijft Lucas.
Hoe dan?!
Nou…, hoe zou dat woord anders vervuld kunnen worden dan dat er iemand bij ons binnenstapt die we hier niet verwachten.
Waarvan we misschien wel ongemakkelijk worden.
Omdat de ander die binnenstapt ons niet bevalt, niet in onze taal past.
Maar dan is er, zo hoop ik, één van ons die zegt:
Welkom, kom erbij.
En er wordt plaats gemaakt.
Want in onze gemeente zijn er geen kastenlozen – toch?
Of wat nog mooier zou zijn is als er dan één van ons zou zeggen:
Je verrast ons met je aanwezigheid.
Je bent misschien wel door God gezonden.
Vertel ons, wat kun jij vertellen over God, geloof, hoop en liefde?
En als dan ook de dominee even zijn mond zou houden om zelf leerling te worden als die vreemdeling een andere taal spreekt…
Heden, vervuld!
Dat zou kunnen als iemand hier binnenstapt en vertelt over God op een manier die ons vreemd is.
Als je iemand wilt gaan helpen, en die ander helpt jou door je te troosten of tot nadenken te stemmen.
Als je ontdekt dat iemand waarover jij je zorgen maakt, meer van God heeft gezien dan jij zelf.
Heden, vervuld!
Als een ander anders is en je zoekt samen net zo lang naar nieuwe taal waarin je elkaar leert begrijpen.
Als je ontdekt dat in elke taal liefde weer anders kan worden gezegd.
En als je tot je vreugde ontdekt dat geloof, hoop en liefde in andere talen je eigen zicht op die woorden verbreedt, verrijkt.
Omdat elke taal weer andere dingen vertelt over God en Geest.
Heden, vervuld!
Als je leert dat wat anders is, vreemd is, je verrijkt.
Omdat God hier én daar, in de één én in de ander, aanwezig is.
Overal waar dat gebeurt, waar jij je eigen taal laat omroeren door de ander.
En waar je ontdekt dat de taal van gerechtigheid de werkelijke wereldtaal is, die jou tot spreken hoort.
Heilige, heilzame chaos!
Heden vervuld!
Amen.
Antwoord
Lied Eva’s lied 147: 1, 2, 3 (Tot spreken heb je mij gehoord)
ZWO-project
Voorbeden in 3 intenties en gezongen acclamatie (lied 367e), stil gebed, Onze Vader
Collecten (noemen).
Gaan
Lied 1001: 1, 2 (De wijze woorden en het groot vertoon)
Zegen van Fransciscus
Lied 1001: 3 (Wie denken durft dat deze droom het houdt)