Donderdag 14 april 2022 (witte donderdag)
Gereformeerde kerk Nieuwendijk
Komen
BEMOEDIGING EN DREMPELGEBED
Evangelielezing Lucas 7: 36-38, 44-48 – zalving
Lied 558: 3 (Om de zalving van een vrouw)
SMEEKGEBED
Lied 463: 1, 2, 6 (Licht in onze ogen)
Woord
GEBED om licht
Bijbellezingen Exodus 12: 18-20 en Lucas 22: 14-20 (evangelie: Pèsachmaaltijd Jezus en leerlingen)
Lied 569: 1 (Toen Jezus wist: nu is gekomen)
Overdenking
Aan de ene kant verbazen we over wat wij als mensen kunnen.
Over hoe we van elkaar kunnen houden, en trouw zijn aan elkaar.
Aan de andere kant zijn we soms bang van wat we óók kunnen.
Hoeveel we stuk maken met woorden en daden, wat we elkaar kunnen aandoen.
Dan is het ontroerend om te zien hoe Jezus tussen zijn leerlingen zit.
Hoe hij zich niet laat leiden door ons tekort, maar door iets anders.
Hij zit daar tussen zijn leerlingen, en hij wéét.
Hij weet dat er verraad leeft, dat ze zullen vluchten, en ontkennen hem te kennen.
Maar hij zit daar en zegt met een licht gelaat:
Ik heb er hevig naar verlangd dit pesachmaal met jullie te eten
voor de tijd van mijn lijden aanbreekt.
Je zult het maar weten, de haat, de angst, de overmoed onder zijn leerlingen.
En dan tóch blijven, en waarschuwen met liefde in je stem.
Dan tóch nog kunnen zeggen:
Dank U, God,
dat we deze beker van hand tot hand mogen laten gaan.
Gezegend zijt Gij, God, koning der wereld…
Zo zal hij het ongeveer hebben gezegd met de Joodse traditie waarin hij leeft.
En in die woorden, dat God koning der wereld is – daarin vermoeden we de bron van de stille vreugde van Jezus.
Daarin vermoeden we de kracht om een maaltijd te delen met mensen die hem in de steek zullen laten.
God, koning der wereld…
Hij toevertrouwt zich toe aan de Koning der wereld.
De Koning der wereld die een God van levenden is en niet van doden.
En daarom gelooft hij dat ook zijn weg, zelfs de weg van verraden worden en in de steek gelaten worden uiteindelijk een weg van het léven is.
Omdat de koning der wereld er is.
Omdat het God te doen is om bij het léven betrokken te zijn, altijd en eeuwig.
Daarom breekt Jezus de gemeenschap met zijn leerlingen niet.
Hij breekt wel het brood, en verwijst daarbij naar zichzelf.
Maar de gemeenschap breekt hij niet.
Hij zal nog liever zichzelf breken dan de gemeenschap met zijn leerlingen breken.
Zo kunnen wij ook in deze tijd van onrust en angst vertrouwen dat God, die zich in Jezus laat kennen, de gemeenschap met zijn mensen niet zal breken.
Zelfs als God zich zou afwenden – dan is hij er nog.
Zijn afwending zal niet de gemeenschap breken, maar laten zien hoe ons tekort hem raakt.
Ons tekort dat die gemeenschap soms onmogelijk maakt.
Maar die gemeenschap wordt door God steeds weer gezocht.
Dat Jezus de gemeenschap met zijn leerlingen niet breekt ondanks verraad en verloochening, dat geeft de gemeente moed.
Vandaag prijzen we hem de hemel in, en morgen verwijten we hem alles wat mis gaat in ons leven.
En toch blijft Jezus trouw, omdat hij gestalte geeft aan de trouw van God.
Toch breekt Jezus de gemeenschap niet – omdat hij weet dat God zijn mensen niet in de steek laat.
Jezus blijft trouw en laat zo de trouw van God zichtbaar worden.
En we worden geroepen om op die trouw van God te durven vertrouwen.
Geloof je dat God het contact met je niet wil verbreken?
Vertrouw je erop dat Jezus de gemeenschap niet wil breken, zelfs niet als jij God de rug toekeert?
Vertrouw je erop dat Gods Geest je niet los laat, zelfs als je ooit de dood zou zoeken?
God houdt ons in Christus vast.
De Geest laat ons niet los – het begint bij vertrouwen en het eindigt er ook mee..
Vertrouwen dat God mij vasthoudt.
Dat God u en jou vasthoudt.
Dat God ook degene vasthoudt die volgens ons de boel verziekt.
Dat God ook de verrader vasthoudt.
Ja ook de verrader die mij of jou verraadt.
En de verrader die ik zelf soms ben.
Het gaat om het vertrouwen dat God u en jou en mij vasthoudt.
Scherp gezegd: ik hoef jou niet vast te houden want jij wordt al vastgehouden door God, net zoals ik.
En het is slechts vanuit dat vertrouwen dat er in de gemeente ook een tegenstem kan klinken tegen het tekort dat zoveel stuk maakt.
Het is slechts vanuit dat vertrouwen dat God de ander en mij al vasthoudt dat in onze gemeenschap iets van God zichtbaar kan worden.
Gods Geest geve ons dat we nimmer zullen vergeten bij al onze inzet voor de kerk, bij ons zingen en bidden en regelen en bezoeken en preken.
Dat wij tot in eeuwigheid kunnen vertrouwen dat God, de koning van het leven, ons nimmer loslaat.
Daarvan getuigt het leven van Jezus Christus.
Dat fluistert de Geest ons in.
Dat wordt zichtbaar als we brood en beker dele.
Daarop vertrouw ik, zelfs als ik vandaag hosanna roep – en morgen ‘kruisig hem’.
Amen.
Lied 571: 1, 2 (In stille nacht
Antwoord
Gebeden
Inzameling van gaven
Maaltijdviering
Inleiding
Wij delen brood en beker, we gedenken de weg die Jezus Christus is gegaan.
Het tafelgebed is een gezongen tafelgebed door de zangers en wordt besloten met het gezamenlijk gesproken Onze Vader.
Daarna vieren we lopend de maaltijd.
Ondertussen klinkt er instrumentale muziek.
Een stille stoet van geloof, hoop en liefde.
Uw wordt genodigd om naar voren te komen: door het pad aan de Rijkswegzijde.
Wie wil kan een zegen ontvangen bij de uitreiking van het brood.
In het bijzonder wil ik daartoe uitnodigen een ieder die nog geen belijdenis heeft gedaan.
Aan deze zijde ontvangt u van de diakenen wijn of druivensap.
Op de tafel staan glutenvrij brood en druivensap, als u daarvan gebruik wilt maken kunt u dat zelf daar nemen.
Na het delen van brood en beker kunt u door het andere gangpad naar uw plaats teruggaan.
Zo is het een komen en gaan rond de gaven van de Heer.
Zo zijn wij in beweging, naar de Heer toe en in zijn kracht weer terug naar het leven van alledag.
Tafelgebed – gezongen: De tafel der armen (Piano en zangers)
Allen: Onze Vader
Delen van brood en beker (pianomuziek op achtergrond)
Gedicht
Gemeente gaat staan
Lucas 22: 39-46 (Getsémane)
Gezang 180: 1, 3 (Liedboek 1973: Gethsémane, die nacht moest eenmaal komen)
Tijdens dit lied wordt bord, kan en beker van de tafel naar achteren gebracht door de ambtsdragers en bij de schikking geplaatst.
Wij verlaten de kerk in stilte om op Goede Vrijdag de dienst in stilte te beginnen.