Zondag 8 mei 2022
Gereformeerde kerk Nieuwendijk
De teksten zijn ook beschikbaar als PDF.
(Luister- en kijk)lied vooraf: Alles komt goed – Julia van Bergen)
Welkom (ouderling)
Komen
Lied Hemelhoog 617a: 1, 2, 3 (Tienduizend redenen)
Woorden van bemoedigingInstrumentale muziek
Ontsteken van licht (lichtjes KND en TD)
Op de drempel
Gebed voor de nood in de wereld – interactief vormgegeven met stellingen
Oorlog:
– Je moet in het leven leren vechten (anders redt je het niet)
– Het veiligst is als Oekraine het zelf uitvecht met de Russen
– Vrede zit in je hart (zegt Jezus toch?)
Noodhulp
– Door alle corruptie is het helpen van Afrika zinloos
– Helpen doe je in kleine dingen (God zegent dat).
– Al komt maar 10% van een collecte bij kinderen terecht, dan nog is het onze opdracht te geven.
Lied 463: 1, 2, 3, 8 (Licht in onze ogen)
Woord
Luister- en meezinglied Achter-achter-achterkleinkind
1e lezing Genesis 18: 1-15 en 21: 1-7
lied Evangelische liedbundel 498 (Mijn hoop is op u, Heer)
2e lezing Johannes 10: 22-30
Lied 139: 1, 2 (Heer, die mij ziet)
Overdenking
Geliefden in de Heer,
Vandaag is het moederdag.
En in juni is het vaderdag.
Voor velen van ons zijn dat jaarlijks leuke, gezellige of ontroerende dagen.
En als het weer dan ook nog meewerkt…
Voor anderen zijn het dagen van gemis.
Dagen van pijn, of soms zelfs van schuld en schaamte.
Wel kinderen wensen, maar niet ontvangen.
Wel vader of moeder zijn, maar de band is gebroken, het contact verbitterd, de kloof diep en wijd.
Alleengaand leven – iets waar we in de kerk onvoldoende over spreken of zelfs de woorden voor missen.
Terwijl veel mensen ervan uitgaan dat Jezus alleengaand heeft geleefd.
Wel in een relatie leven maar om verschillende redenen gekozen of moeten kiezen geen kinderen te krijgen.
Moeten we het dan in de kerk toch zo nodig over moeder- of vaderdag hebben?
Ik doe dat zeker niet jaarlijks, maar het verhaal van vandaag geeft er wel alle aanleiding toe.
Ook de bijbelverhalen maken duidelijk dat ouderschap nooit vanzelfsprekend is.
En al helemaal niet vanzelfsprekend onverdeelde vreugde.
Anderzijds laten bijbelverhalen én moderne verhalen zien dat ouderschap iets is dat zozeer bij de menselijke natuur hoort dat het zich niet laat tegenhouden.
Ik wil dat vandaag verbreden tot de zorg tussen de verschillende generaties.
Oorlog of honger houdt de zorg voor de andere generatie niet tegen.
Ouderen zorgen voor jongeren, jongeren helpen ouderen.
Ook het beperkt zijn of zelfs ontbreken van medische zorg, welvaart, toekomst – het houdt mensen niet tegen om te proberen te zorgen voor toch een beetje toekomst.
Het gebeurt soms met de moed der wanhoop – en toch is het iets van hoop.
Hoop zit er in dat op veel plekken, ook als alles tegen zit, mensen voor anderen, voor de andere generatie opkomen.
Dat een volwassene tegen een kind fluistert ‘Alles, alles komt goed’
Dat een kind tegen een oudere zegt: ‘Leg je hoofd maar op mijn schouder.’
Dat mensen onderling voor elkaar tot zegen zijn.
Het gebeurt vaak vallend en opstaand, met tekorten – maar toch…
In het zorgen voor de andere generatie zit iets van de zin van het leven.
Zorgen voor is niet voorbehouden aan alleen de biologische ouders ten op zicht van hun biologische kinderen.
Heel de huidige generatie is verbonden met wie na ons komt.
En wij kunnen onszelf niet denken zonder de vorige generatie.
De zorg voor elkaar – daarin zit iets van leven in geloof, hoop en liefde.
Sara en Abraham zijn ons daarin voorgegaan.
Een volgende generatie liet lang op zich wachten, zo denk je op het eerste gezicht.
Lees maar na.
Abraham was 75 toen hij met Sara uit Charan vertrok, toen Izaäk werd geboren was hij 100.
Maar draait het alleen daar om in het verhaal?
Al die jarenlang vol hopen, wachten, zuchten, lachen, twijfelen en huilen bewaarden Sara en Abraham immers ook de belofte van God, die toekomst geeft.
Trek weg uit je land, verlaat je familie, verlaat ook je naaste verwanten, en ga naar het land dat ik je zal wijzen.
Ik zal je tot een groot volk maken, ik zal je zegenen, ik zal je aanzien geven, een bron van zegen zul je zijn. Ik zal zegenen wie jou zegenen, wie jou bespot, zal ik vervloeken. Alle volken op aarde zullen wensen gezegend te worden als jij.
Een belofte van nageslacht én een belofte van recht en gerechtigheid.
Zowel Abraham als Sara hebben er wel eens nuchter om gelachen.
Maar ondertussen bewaarden ze al die jaren de belofte wel in hun hart – én ze leefden ernaar.
In recht en gerechtigheid.
Zorgend voor alle mensen die hen waren toevertrouwd.
In de bijbel wordt het krijgen van kinderen zeker gezien als geschenk en zegen.
Tegelijk zijn er veel verhalen waarin nageslacht niet langs de te verwachten weg wordt verworven.
Het lijkt erop dat de bijbel zelfs kritiek heeft op de menselijke neiging om alle toekomst te verwachten van biologisch nageslacht.
Toekomst hangt niet af van natuurlijk nageslacht maar van Gods vertrouwen dat hij ons schenkt.
Toekomst hangt af van de vraag hoe zijn mensen omgaan met dat vertrouwen.
In het dagelijks leven, in de zorg voor de ander.
En dat raakt aan ieders leven, ongeacht in welke levenssituatie iemand verkeert.
Dat blijkt als je de tweede helft van Genesis 18 ook leest.
Daarin vinden we een adembenemend gesprek tussen Abraham en zijn God.
Abraham pleit daarin bij God voor het lot van Sodom en Gomorra, dat ten onder gaat aan zijn eigen kwaad.
Maar Abraham pleit voor de mensen – zo is hij tot zegen, verbonden met hen.
De schrijvers geven aan dat gedeelte 2,5x zoveel aandacht als aan de belofte van een kind dat komt.
Alle nadruk ligt in dit hoofdstuk uiteindelijk erop dat Abraham toekomst zoekt voor de mensen in Sodom en Gomorra.
Ouderschap, nageslacht, zorgen toekomst – dat is voor elk van ons wezenlijk.
Tot zegen zijn.
Het is leven in de voetsporen van Sara en Abraham.
En op die manier achter-achter-achter-achterkleinkind zijn van Sara en Abraham.
Dat betekent:
én zorgen voor de vorige generatie
én nieuwe wegen durven in te slaan omwille van de volgende generatie.
Wij zijn allemaal, altijd, verbonden met hen die ons zijn voorgegaan.
En: wij zijn allemaal, altijd, verbonden met hen die na ons komen.
Wij doen allemaal iets met wat hen die ons zijn voorgegaan aan ons hebben na gelaten.
En: wij laten allemaal iets na aan de volgende generatie.
In welke levenssituatie we ons ook bevinden.
Welke betekenis moeder- of vaderdag voor ons ook heeft.
We laten allemaal iets na aan de volgende generatie.
De bijbel vraagt ons: is dat, wat je nalaat aan de volgende generatie, tot zegen?
Sara en Abraham leefden tot zegen.
Door het nuchtere lachen van hen beide heen, hielden ze de belofte van God vast.
Ze schonken daarmee vertrouwen aan God.
Dát ze een kind krijgen is hoopvol.
Wát ze hun kind en alle volken en alle generaties meegeven is van eeuwige waarde.
Tegelijk: God zag ze worstelen, lachen, huilen, hun dagelijks werk doen – en schonk ze daarin zijn vertrouwen.
Bleef hen trouw op hun levensreis.
Zegende hen.
Zó komt alles goed.
Tot zegen zijn voor hen die na ons komen – dat begint bij vertrouwen en verbondenheid.
Vertrouwen op God en je vertrouwen schenken – dat hoeft de volgende generatie niet eerst te verdienen, want God vraagt dat ook niet van ons.
Leven tot zegen, in vertrouwen op Gods beloften.
Ook als spreken over nageslacht schuurt, verdriet doet, teleurstelling oproept, met pijn gepaard gaat.
Leven in vertrouwen.
Zo ging God zelf, in zijn zoon Jezus – gezegende mens – , op deze aarde rond.
Mijn schapen luisteren naar mijn stem, ik ken ze en zij volgen mij.
Ik geef ze eeuwig leven: ze zullen nooit verloren gaan en niemand zal ze uit mijn hand roven.
Wat mijn Vader mij gegeven heeft gaat alles te boven, niemand kan het uit de hand van mijn Vader roven, en de Vader en ik zijn één.
Toekomst: ga er van uit dat de ander van de Heer is.
En ga zó ook met die ander om.
Alles komt goed…
Dat zijn grote woorden.
Het zijn geloofswoorden.
Wij zijn van een Ander, met een hoofdletter.
Alles komt goed.
De woorden die Sara en Abraham kregen waren óók grote woorden.
Ik zegen jullie.
Wees tot zegen van heel de menselijkheid.
En zij leefden ernaar.
Zo ook wij – als we verbonden zijn en blijven met de generatie vóór ons en ná ons.
Als we zorgen voor toekomst voor de volgende generatie.
Door hen vertrouwen te schenken, en in dat vertrouwen concrete hulp te bieden.
Hier en elders.
Gezegend leven wij, als wij in vertrouwen onze weg gaan.
Dan gaan wij onze weg als kinderen en achter-achter-achterkleinkinderen van Sara en Abraham.
Amen.
Antwoord
Lied 803: 1, 3, 6 (Uit Oer is hij getogen)
Presentatie stichting Gambia Child
Lied ‘k Stel mijn vertrouwen
Voorbeden in 3 intenties en gezongen acclamatie (lied 367e), stil gebed, Onze Vader
Collecten
Muziek, terwijl de kinderen in de kerk komen.
Gaan
Lied Alles wordt nieuw II-28: 1 (Kijk eens om je heen) – orgel, bijlage 4
Zegen met gesproken ‘amen’
Lied Alles wordt nieuw II-28: 2 (Kijk eens om je heen) – piano, bijlage 4