Zondag 26 mei 2022 – Hemelvaartsdag
Gereformeerde kerk Nieuwendijk
Ook beschikbaar als PDF.
Orde van dienst
Welkom (ouderling)
Komen
Lied 47: 1, 2 (Volken wees verheugd)
Op de drempel
Gebed voor de nood in de wereld.
Lied 657: 1, 2, 3, 4 (Zolang wij ademhalen)
Woord
Gebed om Gods licht
1e lezing II Koningen 2: 1-15
Lied 47: 3 (Maak het dan bekend)
2e lezing Handelingen 1: 1-11
Lied 665: 1, 3, 4 (Om Christus’ wil zijn wij verblijd)
Overdenking
40 dagen na Pasen zijn we samen.
Ten hemel opneming.
Maar als we daarbij naar boven denken te moeten kijken, zeggen de engelen:
wat staren jullie naar boven?
Onze weg, onze roeping ligt hier op aarde.
Met de benen op de grond.
40 dagen –
Zo lang duurde de zondvloed.
Daarin werd Noach’s vertrouwen beproefd.
Hij kon er nu zelf niets meer aan doen.
40 jaar duurde de woestijntocht van Israël.
Het vertrouwen van het volk werd beproefd.
Ze leerden vertrouwen op een God die je niet kunt zien.
40 dagen verbleef Jezus in de woestijn.
Hij stelde zijn vertrouwen op God.
En kon daardoor de duivel aan.
Steeds wordt het getal 40 verbonden met leven op aarde.
Zo ook vandaag.
Waarin stellen wij ons vertrouwen?
Wij stellen er ons vertrouwen in dat God koning is van deze wereld.
Niet door daar van bovenaf op in te grijpen.
Maar door zich innig te verbinden met deze wereld.
En door ons met elkaar te verbinden.
Zodat we ook ons vertrouwen stellen in de ander.
40 dagen bereiden ons erop voor.
De vrouwen spraken geen dwaasheid toen ze het hadden over Jezus’ opstanding.
Zij waren de eersten die begrepen dat de dood Jezus niet kon tegenhouden.
Maar als je vraagt: hoe is dat mogelijk, hoe is dat dan gegaan?
Dan geeft de bijbel daarop geen antwoord.
Slechts hebben wij te vertrouwen op de woorden van de vrouwen.
En de verschijningen die de negatieve reacties op hun woorden hebben doorbroken.
We vertrouwen op woorden die dwars tegen ons verstand in zeggen:
Gods licht, Gods trouw zijn sterker dan de dood.
De leerlingen vonden het verhaal van de vrouwen maar kletspraat.
De Emmaüsgangers vonden de vrouwen maar verwarrend.
40 dagen waren nodig om hen te laten zien wat de vrouwen vanaf het begin zagen.
Dat de dood niet het laatste woord heeft.
Maar zoveel is er niet veranderd.
Ook anno 2022 zegt ons verstand: dwaas geloof!
Zwak geloof ook – wat kun je ermee in tijden van oorlogsdreiging, vastlopende hulpverlening, angst, economische onrust?
Toch is dat waar de kerk van leeft:
Gods licht en liefde zijn sterker dan de dood.
Jezus is met die boodschap tegendraads.
Dwars, profetisch.
Zijn boodschap roept verzet op, omdat het geen makkelijke oplossingen biedt.
Omdat het je kwetsbaar maakt.
En we weten waar dat op uitliep.
Zo zal ook de weg van zijn volgelingen zijn.
Dwars, profetisch.
Profetisch leven wij, met een wonderlijk vertrouwen dat dwarszit, dat schuurt.
Vertrouwen dat je vaak tussen de vingers door glipt.
Dat is de profetenmantel die leerlingen van Jezus om de schouders wordt gelegd.
Dat betekent: leven met twee benen op aarde.
Niet met het hoofd in de wolken of de blik naar de hemel.
Jezus is ten hemel opgenomen.
En hemel is daar, waar mensen elkaar in geloof erkennen, vertrouwen, de weg van Jezus volgen.
We leven dus op aarde.
Om ons heen kijkend: deze wereld, deze aarde, deze mensheid.
Jezus heeft die aan zijn leerlingen toevertrouwd.
Niet om dit leven te beheren en te beheersen, maar om dit leven te dienen.
Door te leven in vertrouwen, waar wantrouwen logisch zou zijn.
Door te leven in liefde, waar haat vanzelfsprekend lijkt.
Door te leven in dienstbaarheid, waar overheersing het antwoord lijkt.
Omdat we niet naar boven blijven kijken, maar, net zoals Jezus, deze wereld voor ogen hebben.
Want in deze wereld werkt God.
Dat is het koningschap van Jezus:
leven op deze aarde, met God aan je zijde, amen!
Op aarde vindt je wegen die er niet lijken te zijn.
Want je staat voor recht en gerechtigheid.
Je leeft in vertrouwen op het dwaze geloof dat de dood niet het laatste woord heeft.
Je treedt in de voetsporen van Jochebed, Esther, Ruth, Elisabeth, Maria, Maria Magdalena.
Je staat voor een vertrouwen waarom ze je dwaas noemen of je zelfs om willen vervolgen.
Want je leeft met God.
Met onze hoofd in de wolken zien we de medemens over het hoofd.
Met de blik naar boven zien we niet waar we over struikelen.
Misschien struikelen we wel over God.
Want als we niet naar boven staren zullen tot onze blijde verrassing ontdekken, dat God ons in deze wereld en in dit leven niet aan ons lot overlaat, maar dat hij onverwacht dichtbij is.
En zo kan het dat je soms in het meest duistere moment van je leven God onverwacht ontmoeten kunt die zich met je verbindt.
Dát is Hemelvaart, ten hemel opneming.
God is niet vér weg, daarboven, maar onder ons aanwezig als de Gevende God, als de dragende grond en als ons tegenover die ons bij onze naam roept.
Iemand vraagt aan een rabbi:
Waar woont de Eeuwige?
En de rabbi antwoordt:
Waar een mens de Eeuwige binnenlaat.
Daarom is er eigenlijk helemaal geen sprake van afscheid.
Er is altijd een trooster.
Daarom is de aarde niet ineens leeg als Jezus wordt opgenomen.
God laat zich op verschillende manieren kennen.
En door de Geest, die waait waarheen hij wil, is hij nog altijd zichtbaar en te kennen in deze wereld die van God is.
Waarin de Geest mensen de adem geeft om het kwaad te overwinnen door zich te verbinden met de lijdenden in deze wereld.
Een verhaal van een zekere Henk Pot zegt:
Een monnik was op weg naar God.
Hij moest daarvoor een zeer hoge berg bestijgen omdat God boven op de top ervan te vinden zou zijn.
Halverwege naar boven ontmoette hij een vogel, met wie hij vriendschap sloot.
Toen de monnik zijn weg vervolgde liet hij de vogel op zijn schouder zitten.
En als het kouder werd kreeg de vogel bescherming onder zijn mantel.
Maar toen ze hoger en hoger klommen, kreeg de vogel het koud en vroeg hij de monnik om op zijn schreden terug te keren.
Dat was een moeilijke keuze voor de monnik, want hij verlangde naar God maar hield evenzeer van de vogel.
Ten slotte koos hij voor zijn vriendschap met de vogel en daalde de berg af naar beneden.
Aangekomen in het dal wilde hij de vogel van zijn schouder nemen, maar tot zijn grote verwondering was het God zelf die de plaats van de vogel had ingenomen.
Amen.
Antwoord
Lied 362: 1, 2, 3 (Hij die gesproken heeft een woord dat gáát)
Voorbeden in 3 intenties en gezongen acclamatie (lied 367e), stil gebed, Onze Vader
Collecten
Gaan
Lied 686: 1 (De Geest des Heren heeft)
Zegen
Lied 686: 2, 3 (Wij zijn in Hem gedoopt)