2022-06-26 Samen

Zondag 26 juni 2022
Gereformeerde kerk Nieuwendijk
Teksten zijn er ook als PDF

Orde van dienst
(Luister- en kijk)lied vooraf: Blof: Vreemde wegen
Welkom (ouderling)

Komen
Lied 84c uit Psalmen anders: 1, 2 (Ik hunker, o God, naar uw huis)
Woorden van bemoediging

Op de drempel
Bemoediging en groet
Gebed van verootmoediging
Lied Hemelhoog 101: 1, 2 (Als je bidt zal Hij je geven) = Ev. liedbundel 420

Woord
Met de kinderen
Lied HH 382: 1, 2, 3 (Lees je bijbel, bidt elke dag NL/ENG/FR) = Ev. liedbundel 459
1e lezing Jesaja 56: 1-8
lied 43: 3 (O Here God, kom mij bevrijden)
2e lezing Handelingen 8: 26-40
Lied 346: 1, 2 (Roept God een mens tot leven) – melodie van lied 444
Overdenking

Eenzaam

Hij hoort nergens bij.

Hij heeft het op zich niet slecht.
Goede baan, invloed, gelegenheid om te reizen en een pelgrimstocht te maken.

Maar als mens valt hij tussen wal en schip.
Want hij is verminkt.
Op een manier die die bij veel mensen afschuw oproept.
Een eunuch, een ontmande.

Hij is in Jeruzalem geweest.
Om te aanbidden.

Hoe dat zo is gekomen, weten we niet.
Of hij Joodse wortels had?
Of hij in de tempel is geweest?
En hoe ver dan?

Allemaal dingen die we willen weten.
Maar Lucas houdt het kort.

Een Ethiopische man,
machtig,
is in Jeruzalem geweest om te aanbidden
en op de terugweg leest hij Jesaja.

En: een eunuch
Het staat er vier keer.

Een mens onderweg.
Die leest over de lijdende knecht.

Hij werd vernederd en hem
werd geen recht gedaan,
wie zal van zijn nakomelingen verhalen?

En hij vraagt.
Niet ‘wat’ of ‘hoe’ of ‘waarom’.
Nee, hij vraagt: “wie?”
Wie is dit?
Over wie zegt de profeet dit?
Hij smeekt om antwoord op die vraag: “Wie?”
Want hij herkent iets.
Wie is hij, die vernederd is?

Samen
Het was een verlaten, een eenzame weg.
Toch was hij op één of andere manier niet alleen.
De vernederde, waarover Jesaja schrijft, lijkt bij hem te zijn.
Het raakt hem.
Er gaat iemand met hem mee.
Iemand in wie hij zijn eigen situatie herkent.
Hij wil hem kennen.
Maar wie is hij?

Een eenzame man gaat over een eenzame weg.
Toch reist iemand met hem mee.
Jesaja vertelt erover.

Samen, in de diepte
En daar, op die eenzame weg, verschijnt Filippus.
Onverwachts.
Het lijkt op het andere verhaal van Lucas.
Het verhaal van de Emmaüsgangers.

De man uit Ethiopië, de eunuch, leest en vraagt.

Kunt u zeggen over wie de profeet het heeft?
Over zichzelf of over een ander?

En Filippus stapt op, gaat naast hem zitten.
Hij gaat naast die man zitten, die geen man meer is, die gemeden wordt.
Die mens die ook volgens Tora niet zou mogen meedoen aan de eredienst.

Filippus stapt aan boord, zit naast hem, naast hem in de diepte.
En hij legt niet uit, nee: hij vertelt.

Deze vernederde, waarover Jesaja schrijft, is jouw bondgenoot en metgezel.
Deze vernederde Jezus deelt in jouw vernedering

En Filippus vertelt over Jezus door zelf de weg te delen met de eunuch.

De verminkte mens die afgewezen zou moeten worden.
Hij heeft een reisgenoot gevonden.

En hij hoort met heel zijn hart, zijn ziel, zijn verstand, zijn lichaam:

In de diepte ontmoet je Jezus.
Jezus heeft gezegd dat hij er is voor de kleine mens, de bespotte en beschadigde mens.
Hij raakt je aan als je onaanraakbaar bent geworden volgens onze regels.
Bespot, verafschuwd.
Waar jij lijdt, gebukt gaat onder de afwijzing – daar is hij.
Hij gaat met je mee de diepte in.
Hij zegent je.
Hij richt je op.
In de diepte is hij aanwezig, deelt vernedering en nood – door zijn gemeente.

Hij deelt in de gemeente met jou en mij de weg, de eenzame reis en het water van de doop.

[…]

Kijk, water!
Waarom zou ik niet gedoopt kunnen worden?

… en beiden liepen het water in, zowel Filippus als de eunuch…

Samen opstaan
Samen gaan ze onder.
Samen gaan ze de weg achterna die ook Jezus is gegaan.
En samen staan ze op.
Mét Jezus.
Het is een opstandingsverhaal.

De doop is geen eenzame weg, maar één die je gaat met Jezus Christus.
Met hem sta je op.
Met de geloofsgenoot die met jou de weg, de doop en het water deelt.

Samen op de weg waarop God je roept.
De man uit Ethiopië kan verder.
Hij komt uit Jeruzalem waar hij heeft aanbeden.
Wat zal hij gebeden hebben?
We weten het niet, maar ik kan mij niet voorstellen dat hij gebeden heeft om een bijzondere ontmoeting.
God antwoordde – door een mens die bij hem ging zitten.
De met hem de doop doormaakte en weer opstond.

En hij zal verder hebben gelezen, zegt Okke Jager.
Jesaja zoals wij het net al lazen.
Maar nu lezen wij het door zijn ogen, met andere ogen, met kloppend hart…
Want wij weten dat hem dit geschenk in het hart werd gelegd.

De vreemdeling die zich met de Heer heeft verbonden,
laat hij niet zeggen:
‘De Heer zondert mij zeker af van mijn volk’
En laat de eunuch niet zeggen:
‘Ik ben maar een dorre boom’.
Want dit zegt de Heer:
De eunuch die mijn sabbat in acht neemt,
die keuzes maakt naar mijn wil,
die vasthoudt aan mijn verbond,
hem geef ik iets beters van zonen en dochters:
een gedenkteken en een naam in mijn tempel
en binnen de muren van mijn stad.
Ik geef hem een eeuwige naam,
een naam die onvergankelijk is.

En de vreemdeling die zich met de Heer heeft verbonden
om hem te dienen en zijn naam lief te hebben,
om dienaar van de Heer te zijn
– ieder die de sabbat in acht neemt en niet ontwijdt,
die vasthoudt aan mijn verbond – ,
hem breng ik naar mijn heilige berg,
hem schenk ik vreugde in mijn huis van gebed;
zijn offers zijn welkom op mijn altaar.
Mijn tempel zal heten ‘Huis van gebed voor alle volken.

De eunuch, de mens die geen man was naar de regels van de anderen, vond een reisgenoot.
Deze mens vond de doop in Christus, de opstanding en de zegen van God.

En dan gaat het net als bij de Emmaüsgangers.
Zodra ze het zien en herkennen, onttrekt hun reisgenoot zich aan hen.
Want ze kunnen verder, in vreugde en geloof.

De opgestane is nu hun reisgenoot.
Jezus Christus deelt, in zijn gemeenschap van gelovigen, de eenzame reis, het water van de doop, brood en beker.
Hij is het die tot ons komt, onverwachts.
Hij is het die jou nodigt in brood en beker.

Onverwachts is hij er voor jou, voor u, voor ons allen.
Zo worden misschien wel ook onder ons gebeden verhoord op een manier die we niet hadden kunnen bedenken.
Reisgenoten zullen we daarom voor elkaar zijn, op de weg waartoe God ons roept.

Amen.

Antwoord
Lied 346: 5, 7, 8 (Met hem in Geest en water)
Collecten (noemen)
Muziek, terwijl de kinderen in de kerk komen.

Maaltijdviering
Lied 385: 4 (Wij vieren de maaltijd, wij vieren samen feest)
Tafelgebed ‘Kom tot ons, hier in ons midden’ (Dienstboek 29)
Onze Vader.
Viering / instrumentale muziek (Piano)
Dankzegging

Gaan
Zegen met gesproken ‘amen’
Lied 832 (Geroepen om op weg te gaan) 3x: na de 1e keer handdruk ouderling-voorganger en letterlijk op weg gaan

Predikant